- Ondernemers
- Netwerk
- Data & Tech

“Het is fijn om samen te werken,” zei Sander Groenen, directeur AgriFood Capital in zijn slotwoord op het evenement Clusters Meet Regions in Eindhoven. “Maar het is noodzakelijk om in actie te komen.” Die woorden vormden de rode draad door de tweedaagse bijeenkomst, waar Europese clusterleiders, beleidsmakers en innovatie-experts niet alleen strategieën deelden, maar vooral ook energie opbouwden. “In een wereld vol mondiale spanningen,” zei Sander, “gaat het niet alleen om samen te werken, maar om elkaar echt te ontmoeten – en iets te doen. Vraag jezelf af: wat ga ik morgen doen? En met wie?”
Het European Cluster Collaboration Platform (ECCP) organiseerde het evenement onder het motto 'Collaboration for Tomorrow - The Brabant Way'. Directeur Paul van Nunen van Brainport Development, een van de gastheren van het programma, maakte van de gelegenheid gebruik om uit te leggen wat deze Brabant way nu eigenlijk inhoudt: “Aan de ene kant gaat het erom dat kennisinstellingen, bedrijven en overheid samen in de essentiële onderwerpen duiken, maar aan de andere kant is het het organiseren van informele contacten. Bij elkaar rond de keukentafel, zoals wij dat zeggen.” In die setting is Brainport Development de orkestrator van het ecosysteem.
Het was overal te horen tijdens het tweedaagse evenement: “Collaborate for a reason.” Het klinkt eenvoudig, bijna vanzelfsprekend. En toch… de innovatietoekomst van Europa ligt niet in het harder werken binnen nationale of regionale silo's, maar in het overstijgen ervan, door strategische, doelgerichte samenwerking. Clusters, zo lieten diverse sprekers zien, zijn niet langer slechts regionale groeperingen; ze worden de ruggengraat van een grenzeloze innovatiestrategie.
Jakub Boratyński, directeur Netwerken & Bestuur bij het directoraat-generaal Interne Markt, Industrie, Ondernemerschap van de Europese Commissie, benadrukte de cruciale rol die clusters spelen bij het versterken van de regionale economieën en het toekomstige concurrentievermogen van Europa. Zijn kernboodschap was dat clusters niet alleen lokale succesverhalen zijn - ze zijn essentiële hulpmiddelen om regionale economieën in te bedden in de bredere Europese en mondiale context, vooral tijdens geopolitieke en economische onzekerheid. Jakub drong er bij beleidsmakers op aan om clusters niet als nevenactoren te behandelen, maar als partners in het vormgeven van industriebeleid. Hij benadrukte hoe clusters nu al innovatie aanjagen en anticiperen op grote transities zoals de energietransformatie en de groene transitie. Hij riep meer Europese regio's op om clusterbeleid formeel aan te nemen en zei: “Laten we het echt onderdeel maken van ons economisch beleid over de hele linie.”
Op dag twee verschoof de focus van het waarom naar het hoe. Sprekers als Felipe Carasco uit Valencia en Veerle de Graef van Flanders’ FOOD riepen op tot flexibelere en slimmere financieringsinstrumenten. De klassieke subsidierondes sluiten slecht aan bij de realiteit van start-ups, stelde Stephan Rink van AM-Flow: “Calls één of twee keer per jaar passen niet bij de levenscyclus van een startup. Doe het maandelijks, dat zou helpen.” Hij had nóg een wens: “Bezoek de bedrijven die de subsidies aanvragen. Bekijk de problemen die ze op de werkvloer oplossen en hoe de technologie wordt ontwikkeld. Naast de formele aanvraagformulieren zal dit rijke inzichten opleveren, wat helpt om het EU-geld zo verstandig mogelijk te besteden en de EU-technologie te stimuleren.”
Als financiering de motor is, dan zijn universiteiten misschien wel het stuur. René Westenbrink van de TU/e herinnerde de zaal eraan dat universiteiten unieke ecosystemenbouwers zijn. Ze bieden talent, wereldwijde kennis én neutrale grond voor samenwerking. Maar dan moeten ze hun strategieën wél meer richten op regionale impact, en niet enkel op academische publicaties.