Bram de Vrught maakt technologie toegankelijk voor de voedselindustrie

Bram de Vrught maakt technologie toegankelijk voor de voedselindustrie

Wereldspeler worden in automatisering in de agrifoodsector. Dat is de glasheldere ambitie van verschilmaker Bram de Vrught, die als voedselveranderaar een plek veroverde in de Food100 van 2024. Als directeur van QING zet hij met zijn team de forse uitdagingen in de voedingsindustrie om in groeikansen. Naast technologie en creativiteit is hiervoor volgens hem een flinke dosis nieuwsgierigheid nodig. “Uit nieuwsgierigheid ontstaan de beste ideeën.”

Min of meer bij toeval belandde Bram in de voedingsindustrie. Na zijn studies Werktuigbouwkunde en Automotive werkte hij als R&D-engineer bij verschillende bedrijven. Een rasechte techneut dus. “Op een gegeven moment ging ik nadenken over wat ik nou eigenlijk wilde. Innovatie vond ik geweldig. Zo kwam ik terecht bij een klein machinebouwbedrijf in Duiven. Twee weken nadat ik daar begon, namen de oprichters van QING het over. Na al het corporate gedoe wilden zij een onderneming bouwen die écht vanuit de mensen werkt. Voor mij was het een fantastische reis om samen met deze vier mannen het bedrijf vorm te geven. Zonder hen was ik waarschijnlijk niet in deze positie en de agrifoodsector beland.”
 

Impact maken

Inmiddels is Bram mede-eigenaar en directeur van het bedrijf met ruim veertig medewerkers. Ze richten zich op twee van de grootste uitdagingen in de voedingsmiddelenindustrie: het personeelstekort en de energietransitie. Met de focus op innovatieve oplossingen voor de voedselverwerking. “We willen met ons bedrijf impact maken”, vertelt Bram. “Vanuit technologie is dat best moeilijk. Waar doe je dat en vooral hoe? In de voedselketen liggen zoveel technologische uitdagingen die zichtbaar en meetbaar impact kunnen hebben. Het gaat hierbij om de integratie van verschillende technologieën, dus bijvoorbeeld robots in combinatie met AI of data. We zagen dat vrij weinig bedrijven daar op deze holistische manier naar kijken. En ook dat ze zich vaak niet de vraag stellen hoe die technologie kan landen in hun organisatie. Juist in die uitdagingen bijten wij ons vast.”

Eigenzinnige aanpak

De QING’s, zoals de medewerkers worden genoemd, zijn eigenzinnig in hun aanpak. Automatisering is voor hen niet simpelweg een kwestie van machines bouwen om werk over te nemen, maar een proces van écht begrijpen waar de behoefte van de klant ligt. Geen standaardoplossingen dus, maar maatwerk. “We krijgen vaak de vraag: kun je dit proces automatiseren? In plaats van direct aan de slag te gaan, vragen we door”, aldus Bram. “We willen begrijpen waarom iets belangrijk is, hoe een proces werkt en waar de daadwerkelijke waarde ligt. Verbruggen Paddenstoelen in het Brabantse Erp bijvoorbeeld wilde het sorteren van oesterzwammen automatiseren. Dat gebeurde handmatig door mensen aan de lopende band, maar die zijn steeds moeilijker te vinden. Dus vroegen we: waarom is dat sorteren zo belangrijk? Hoe wordt de waarde van die paddenstoelen bepaald?”

‘Pas als we het hele plaatje begrijpen, kunnen we met een goede oplossing komen’
 

Automatiseren als waardecreatie 

De benadering van QING verschuift het perspectief van automatiseren als kostenbesparing naar automatiseren als waardecreatie. Met de inzet van AI kan de Erpse ondernemer veel meer controle over zijn product en proces krijgen. Het ging niet meer alleen over het vervangen van schaarse arbeid, maar vooral ook over het vergroten van de opbrengst door slimmer met het product om te gaan. Bram: “Dat is waar wij het verschil maken: de technologie leveren én vanuit een nieuwsgierige en eigenzinnige aanpak helpen die optimaal toe te passen in de praktijk. We challengen alles wat we doen. Pas als we het hele plaatje begrijpen, kunnen we met een goede oplossing komen die veel meer impact heeft dan alleen dat stukje automatisering.”
 

Twijfels wegnemen

Toch zijn veel bedrijven nog terughoudend met nieuwe technologieën. Het toepassen van AI en robotisering is nieuw voor hen en de investeringen zijn niet gering. De vraag is ook of ze wel gaan werken. “Dit soort twijfels proberen we weg te nemen door een stapsgewijze aanpak aan de hand van een aantal testen”, vertelt Bram. “We bieden pas een volledig automatiseringssysteem aan als we alle stappen succesvol hebben doorlopen. Op deze manier verlagen we de drempel om te investeren en maken we technologische ontwikkelingen toegankelijker. Dat doen we samen met Next Tech Food Factories, het programmabureau van AgriFood Capital en Brainport Development dat de toepassing van meer slimme technologieën in de voedselverwerkende industrie stimuleert. QING is actief betrokken bij de ontwikkeling van een netwerk van test- en validatielocaties binnen deze samenwerking. Foodbedrijven, machinebouwers en hightech leveranciers testen bij ons hun innovaties, om de slaagkans te vergroten.”

Wederkerigheid

Wat de kracht van de samenwerking is? “Die zit in de wederkerigheid”, aldus Bram. “Kijk, wij hebben natuurlijk een enorme ambitie én de kennis, faciliteiten en technologie om impact te maken in de agrifoodsector. AgriFood Capital en Next Tech Food Factories hebben een gigantisch netwerk, ook internationaal. Tijdens het World Food Forum in Rome afgelopen oktober hebben we gezamenlijk de rol van foodprocessing in het voedselsysteem op de kaart gezet. Dit was een onderbelicht thema en is nu omarmd. Zonder die twee partijen zouden wij daar nooit een podium hebben gehad. Het is dus een heel mooie wisselwerking. Als we willen dat Nederland op voedselgebied een concurrerende positie in de wereld houdt, moeten we dit soort samenwerkingen koesteren en versterken. Daar geloof ik heilig in.”
 

The Chocolate Factory

QING krijgt steeds meer vaste voet aan de grond in Noordoost-Brabant. Geen verrassing als je bedenkt dat dit de topregio in agrifood is dankzij het complete ecosysteem en de korte lijnen tussen de partijen. Zo is QING ook betrokken bij The Chocolate Factory op de Noordkade in Veghel. Onderwijs en bedrijfsleven gaan hier samenwerken aan de voedselketens van de toekomst. Bram en zijn team ontwikkelden een hagelslagmachine, waarmee jongeren zelf een pak hagelslag kunnen samenstellen, inclusief een robot die het proces oppakt. “Het was voor ons meteen duidelijk dat we erbij wilden zijn: het initiatief combineert voeding, technologie en maatschappelijke impact. En als technologisch bedrijf vinden we het belangrijk om meer mensen de technologie in te krijgen. De komende vijf jaar gaan we samen met The Chocolate Factory, studenten van onder meer het Koning Willem I College en andere stakeholders projecten optuigen om nieuwe technologieën te ontwikkelen. We hebben al een kantoor op de Noordkade. In januari verhuizen we naar de fabriek zelf.”


‘De belangrijkste skill die iemand nodig heeft, is dat-ie moet kunnen omgaan met verandering’
 

Verandering omarmen

Volgens Bram moeten de nieuwe generatie ingenieurs en andere voedselveranderaars verandering omarmen. Voor studenten van de HAN University of Applied Sciences gaf hij onlangs een presentatie over verandering. Om zijn verhaal kracht bij te zetten, vroeg hij ChatGPT naar de overeenkomsten tussen een agile (wendbare) aanpak voor innovatie en het leven. Het antwoord: ze delen overeenkomsten in aanpassingsvermogen, continue verbetering, flexibiliteit, samenwerking, doelgerichtheid, timemanagement en het omarmen van onzekerheid. Bram: “De belangrijkste skill die iemand nodig heeft, is dat-ie moet kunnen omgaan met verandering, want de wereld verandert in zo’n enorm tempo. Daarom moeten we oplossingen bedenken die niet alleen het probleem van nu oplossen, maar ook flexibel zijn voor de problemen die nog gaan komen.”
 

Brams verschilmakerstip

“Innoveren gaat nooit zonder vallen. Als je vooroploopt, moet je altijd als eerste de hordes nemen. Maar met de juiste mindset en flexibiliteit is elke ambitie haalbaar. Daarbij draait het niet om een strak tijdspad, maar om je ambitie. Én om flexibiliteit om met veranderingen om te gaan.”