De feiten liegen er niet om: van alle basisschoolkinderen krijgt 85% niet de aanbevolen hoeveelheid groente van 150 gram per dag binnen. Van dit percentage heeft één op de zeven kinderen obesitas. Met alle toekomstige gevolgen van dien: diabetes, hart- en vaatziekten, kanker en psychische problemen. Nog een alarmerend feit: van alle producten in de supermarkt die op kinderen gericht zijn is 70% ongezond (bron: UNICEF, onderzoeksrapport ‘De verleiding naar (on)gezond’, 2020).
“Voor ouders is het ongelooflijk ingewikkeld om je kinderen gezond op te laten groeien”, weet Phaedra uit ervaring. “Door alle verleidingen waaraan ze worden blootgesteld, voelde het voor mij alsof de hele maatschappij erop ingericht is om gezonde voeding tegen te werken. Ontluisterend vond ik dat.”
Kneedbaar en nieuwsgiering
Met haar ervaring in commercie, marketing en innovatie en haar hang naar zingeving – Phaedra werkte onder meer bij Artsen zonder Grenzen en Oxfam Novib – boog ze haar frustratie om naar een kans. “Ik was inmiddels in allerlei onderzoeken gedoken over hoe je kinderen enthousiast kunt krijgen voor eten. Mijn bizarre conclusie was dat de voedingsindustrie al die kennis uit die onderzoeken lijkt in te zetten om ze juist nog meer te laten eten van producten die ze al veel te veel binnenkrijgen. Ik was ervan overtuigd dat het andersom én in samenwerking met partijen uit de voedingsindustrie ook moest kunnen. Zeker bij kinderen van vier tot twaalf jaar; deze doelgroep is nog kneedbaar en nieuwsgiering en staat wagenwijd open om nieuwe ervaringen als een spons op te zuigen. Én ze zijn oud genoeg om ze bewust iets bij te brengen.”
Spelenderwijs
Het idee was kort en krachtig: kinderen spelenderwijs groenten laten eten. Als ze tien tot twaalf keer een nieuwe smaak proeven, zo bleek uit onderzoek, wennen hun smaakpapillen eraan. Maar in de praktijk stoppen ouders gemiddeld na vijf tot acht keer. Phaedra wilde met een vernieuwend concept kinderen over die drempel krijgen. “En dan vooral met groenten. Die hebben best een ingewikkelde smaak voor kinderen. Iets zoets of vets gaat er zo in, maar groenten zijn vaak of flets of bitter.”
Dat spelenderwijs nam Phaedra letterlijk. Ze ontwikkelde catchy verpakkingen waarop Spoony een kleurrijk karakter is geworden, en voegde er spelelementen aan toe. Zoals ‘Spelletjes Soep’ van wortel of tomaat en paprika, met minder zout én een bordspel aan de binnenkant van de verpakking. Of ‘Spelletjes Pasta’, biologische pasta gemaakt van rode linzen met een bingospel.
Zelf kokerellen
In haar zoektocht naar de juiste afzetkanalen zette Phaedra in eerste instantie breed in, van sportkantine tot bioscoop, van zwembad tot tankstation en supermarkt. “Alles wat out of home is, bleek een brug te ver”, vertelt ze. Nu richt Spoony zich met de kant-en-klare producten op de buitenschools opvang (BSO) en online retail. Inmiddels zijn er ook doe-het-zelfpakketten, waarmee BSO’s in de vakanties met de kinderen zelf kunnen kokerellen. “Voeg er fun aan toe en de groenten vliegen naar binnen”, zegt Phaedra. “Daar zit een hoop wetenschappelijk inzicht achter. Bijvoorbeeld dat het samendoen stimuleert. En ook dat kinderen eerder geneigd zijn om iets te proeven en het ook lekker te vinden als ze het zelf hebben klaargemaakt.”
Gezonde Smikkelweken
Eén keer per jaar, in de zomer, pakt Spoony groots uit met de Gezonde Smikkelweken voor BSO’s en basisscholen. De komende editie zijn 120.000 kinderen betrokkenen. Voor het eerst begint de groenteontdekkingstocht op ruim 200 basisscholen met een lespakket over gezonde en duurzame voeding. Nog eens 1.100 BSO’s krijgen een pakket met vier verschillende groenteactiviteiten en voor alle deelnemende kinderen een Kook- en Speelboek voor thuis, ontwikkeld in samenwerking met het Voedingscentrum en Jong Leren Eten. Phaedra: “Dat is de derde loot aan de Spoony-stam: bij de kinderen thuis. Want naast school en de buitenschoolse opvang wil je dat ze ook in de thuissituatie gezond eten.”
Food100
Haar ambitie om kinderen aan de groenten te krijgen leverde Phaedra een plek op in de Food100 van 2022. Tijdens de feestelijke bijeenkomst ontstond het contact met AgriFood Capital, mede-initiatiefnemer van deze verkiezing. En zoals het met een krachtig netwerk gaat, was de link met RNOB snel gelegd. Dit samenwerkingsverband van elf gemeenten en twee waterschappen in Noordoost-Brabant financiert deze zomer de deelname aan de Gezonde Smikkelweken van 57 BSO’s in de regio Noordoost-Brabant.
Wat de Food100-plek Phaedra nog meer heeft opgeleverd? “Een van de juryleden is bezig om me in contact te brengen met een aantal retailers. En JOGG, dat staat voor Jongeren op Gezond Gewicht, is nu heel intensief betrokken bij de Gezonde Smikkelweken. Zo’n plek in de top honderd heeft dus echt impact.”
De grote jongens
Daar ging dan wel zes jaar knokken aan vooraf, vertelt Phaedra. “Als starter loop je tegen van alles aan. Er zijn zoveel gepassioneerde mensen, die zich helemaal geven om iets van de grond te krijgen. Vaak lukt het uiteindelijk niet of worden ze ingehaald door die grote jongens in de voedingsindustrie. Aan de andere kant heb je die ook nodig, maar dan moet je er wel voor waken dat je als ‘kleintje’ niet kopje onder gaat. Als dan een partner als Jong Leren Eten op je pad komt die jouw idee omarmt en het netwerk voor je openzet, heb je geluk. Net zoals RNOB en AgriFood Capital nu doen in Noordoost-Brabant. Daar word ik blij van, want ik ben heel erg van samenwerking met partners op allerlei gebied. Zeker met partijen die ook bezig zijn met het stimuleren van kinderen om gezond te eten, zoals retailers, producenten en andere merkhouders. Voor ons is het daarbij essentieel dat het puur en oprecht is; niet een makkelijke manier om op een groot podium goede sier te maken.”
Sinds kort heeft Spoony de krachten gebundeld met Madaga, marktleider in gezonde en verse kindermaaltijden voor de kinderopvang. Twee gepassioneerde ondernemers met een gezamenlijke missie: gezonde voeding voor kinderen toegankelijker maken.
Phaedra's verschilmakerstip
“Verlies de passie en missie, waarmee je ooit bent gestart, niet uit het oog. It's a hard ride en de verleiding om voor keiharde winst te gaan kan soms groot zijn. Daardoor zitten we nu met het huidige voedselsysteem in een ziek systeem; het gaat niet om gezond, maar om de kassa. Wil je dat veranderen, dan moet je ‘het verschil maken’ als punt op de horizon houden.”