De geur van het voormalige pluimveebedrijf in het Brabantse Zeeland hangt nog in de bedrijfshallen. Tweeënhalf jaar geleden zaten hier nog 55.000 kippen. Sinds Sjef en zijn vrouw Wilma het pand kochten, draait alles er om eetbare bomen en planten. Een van de hallen is bestemd voor bijeenkomsten, zoals laatst een grote over nieuwe plantaardige eiwitten. Een andere hal is ingericht met een aantal kassen, niet voor plantenteelt maar als kantoorruimtes met uitzicht op het groen. “Ik wilde het licht en transparant houden en buiten met binnen verbinden”, vertelt Sjef.
Braziliaans voedselbos
Vijftien jaar geleden zag zijn leven er totaal anders uit. Hij maakte internationaal carrière in de agro-industrie, toen hij in een Braziliaans voedselbos het licht zag. “Daar realiseerde ik me dat ik niet vrolijk werd van de ratrace waarin ik zat. En wat ik deed, bood geen oplossing voor de wereld. In die periode kreeg ik ook de diagnose ziekte van Crohn. Volgens het reguliere zorgsysteem moest ik er maar mee leren leven, maar dat ging er bij mij niet in. In mijn zoektocht kwam ik tot de conclusie dat ik iets moest gaan doen wat bij me paste. En ook dat je letterlijk bent wat je eet. Maar onze afhankelijkheid van het voedselsysteem maakt het niet makkelijk om het rigoureus anders te doen.”
Het roer om
Toch was dat precies wat Sjef deed: het roer drastisch omgooien. Hij zegde zijn baan op en ging met zijn vrouw in het oerwoud wonen, volledig zelfvoorzienend. “Het ritme van het regenwoud en de dieren was heel bijzonder, daar heb ik veel van geleerd”, vertelt hij. Na vier jaar begon het te kriebelen en besloten ze terug te gaan naar Nederland. “We konden wel alleen voor onszelf kiezen en daar blijven, maar ik zag om me heen hoe fout het ging met de wereld. Het was beter om vanuit hier de transitie mee vorm te geven. Dat voelde als een soort missie, ja.”
‘Onze afhankelijkheid van het voedselsysteem maakt het niet makkelijk om het rigoureus anders te doen’
Echt pionieren
Terug in zijn geboortedorp Zeeland legde Sjef een voedselbos aan en paste hij de principes van permacultuur toe. Hij was er een van de eersten in Nederland mee. “Kijk, een bos hoef je geen water te geven en geen mest, het groeit vanzelf”, legt hij uit. “Vul je zo’n bos met soorten die eetbaar zijn voor mensen, zoals kastanje-, fruit- en notenbomen, dan heb je én voedsel én natuur die in balans blijft, zonder plagen. Dat werd mijn focus: experimenteren en ontdekken wat mogelijk is. Echt pionieren dus. Ik kreeg er mijn ouders, buren en vrienden in mee. Maar als ik echt de wereld wilde helpen en impact wilde maken, moest ik het natuurlijk groter aanpakken.”
Experimenteerlocatie
Dat was de start van Fruitzforlife. Het maatwerkbedrijf richt zich op ontwerp, aanleg en beheer van voedselbossen en op agroforestry-projecten. Hierin wordt landbouw gecombineerd met bomen. “Een boer plant dan bijvoorbeeld zijn aardappelen tussen rijen bomen. Dit zorgt voor een veel stabieler ecosysteem”, vertelt Sjef. Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) heeft zijn bedrijf aangewezen als een van de vijftien Experimenteerlocaties in het land. Samen met het Louis Bolk Instituut – het kennisinstituut voor duurzame landbouw, voeding en gezondheid – werkt Sjef hier aan het initiatief AgroforestryBlueprint. “We zetten onze praktijkervaring in en inspireren anderen met blauwdrukken van agroforestry-percelen. Met 250 soorten eetbare bomen en struiken zijn er oneindig veel combinaties mogelijk. We vogelen die hier uit, om ze vervolgens te kopiëren op andere locaties. Dat kan wereldwijd. Zelfs in de tropen en in woestijnen kunnen deze principes worden toegepast.”
‘Met drie Experimenteerlocaties heeft Brabant als koploper in agroforestry iets unieks in handen’
Dé oplossing
Sjef ziet agroforestry en voedselbossen als dé oplossing voor duurzame landbouw. “Al decennia roepen we dat technologie alle problemen gaat oplossen, maar we moeten juist zelf actie ondernemen. Bomen planten heeft geen enkele schaduwzijde. Dat kun je niet zeggen van veel technologische innovaties. Bij kernenergie blijf je met kernafval zitten. Afgedankte zonnepanelen creëren afvalbergen. Van een boom planten, heeft niemand last. Sterker nog: het draagt bij aan biodiversiteit, verbetert de bodem, slaat koolstof op én levert voedsel. Mijn Belgische collega Louis De Jaeger heeft berekend dat als de wereldbevolking in vijf dagen honderd bomen per persoon plant, we van alle problemen af zijn. En het kan, hè! Kijk maar wat er in coronatijd kon: in één dag was alles veranderd.”
Innovatiehub De AgroProeftuin
Voor die verandering is samenwerking cruciaal. Zo is Sjef ook betrokken bij De AgroProeftuin Noordoost-Brabant, zo’n beetje bij hem om de hoek. In deze innovatiehub werkt AgriFood Capital samen met onder meer de provincie en RNOB aan toekomstbestendige landbouw. Het plan is dat Fruitzforlife de kastanjebomen op de proeflocatie gaat planten. Deze ‘Peelkastanje’ heeft dezelfde voedingswaarden als graan: een vergelijkbare verhouding van koolhydraten, vetten en eiwitten. “Wij zijn bezig met een plan voor hoe we die kastanjes kunnen inzetten om het klimaat te stabiliseren en voedsel te produceren”, vertelt Sjef.
Brabant als koploper
Daarnaast wil hij de krachten bundelen met de andere twee Brabantse Experimenteerlocaties, waar AgriFood Capital ook bij betrokken is: Boerderij van de Toekomst in Reusel en De Plaatsen in Boxtel. “Wij richten ons op agroforestry en meerjarige boomgewassen, Boerderij van de Toekomst op akkerbouw en De Plaatsen op de connectie tussen burger en boer. Daarmee vullen we elkaar naadloos aan”, aldus Sjef. “Gezamenlijk hebben we een duidelijke visie voor de toekomst van de landbouw en de voedselproductie. Als koploper in agroforestry heeft Brabant, en in het bijzonder Noordoost-Brabant, hiermee iets unieks in handen, waarmee de regio zich extra kan onderscheiden.”
Ondernemersklimaat
Wat ervoor nodig is, zijn commitment en financiële middelen vanuit de overheid. Maar dat is niet de enige uitdaging waar Sjef als voedselveranderaar voor staat. “Het ondernemersklimaat in Nederland laat te wensen over”, vindt hij. “De wirwar van wet- en regelgeving, bureaucratie en hoge lasten maken het ondernemers heel lastig. De overheid reguleert te veel en biedt te weinig ruimte en vrijheid om te kunnen innoveren. En jonge agrarische ondernemers zouden makkelijker moeten kunnen starten, zonder al te veel risico te lopen. Zij zijn immers de toekomst. Het zou mooi zijn als AgriFood Capital hierin een rol zou kunnen pakken. Bijvoorbeeld door hen de eerste vijf jaar uit de wind te houden en structuren te faciliteren om subsidies te kunnen ontvangen. Een stukje ontzorgen dus, waardoor wij ons kunnen focussen op het ondernemen.”
Sjefs verschilmakerstip
“Blijf trouw aan je passie, focus op waar je goed in bent en laat je niet afleiden. Dat kan alleen als je dicht bij jezelf blijft, zodat je de ruimte hebt om te blijven creëren en innoveren.”